Schutter

Ik was vroeger schutter. Ik vertel het meteen, dan hebben we het maar gehad. Even lachen, even hoon, ironie en sarcasme en dan weer snel door. De schutterij; militarisme voor dummy’s. Een club burgers die hielp met het voeren van oorlog. Begin negentiede eeuw schoten ze, liepen ze de wacht, bliezen de boel op en bliezen ter begeleiding een vrolijk deuntje in tweekwarts maat. Door de jaren heen werd, om redenen die ik niet heb willen achterhalen, de verdedigingstaak afgebouwd en werd er alleen nog muziek gemaakt. De uniformen naar een ontwerp uit 1815 mochten ze houden en precies zo’n pakje kreeg ik in 1977 uitgereikt. Een jongen in de groei, puber, adorant van Queen; emotioneel nog verre van volledig, en ik kreeg een uniform van de schutterij aangepast. Een zwart pak met pailletten, een tupperware bak op de hersenen om elk vermoeden van intelligentie te bedekken, en daar dan weer een pluim op. Death on two legs terwijl Jan Lul marcheerde met een fluit aan zijn muil en een pluim op zijn scalp. Fluit? Jazeker, om de gesel te completeren liep ik niet met de grote trom, een schallende trompet of een pompende tuba. Nee, ik blies de dwarsfluit. Ik was jong in een tijd dat ouders nog beslissingen namen over wat goed en wat slecht was voor hun kinderen. Soms hadden ze het mis. Vandaar de fluit.

De schutterij kwam in beeld toen er een instrument moest komen; in ruil voor nieuwe aanwas werd een instrument geleverd. En dus verruilde ik mijn ziel en beschikbaarheid voor een muziekinstrument. De crossroads in oorlogstenue. Na een jaar van muzikaal golgotha en levensbedreigend samenspel besloot ik eens op onderzoek uit te gaan. De schutterij kon toch geen serieus bedoelde club zijn? Al snel begreep ik dat er twee betekenissen waren van het woord schutteren: 1. dienst doen als schutter 2. onhandig of onbeholpen te werk gaan. De algemene aanname is altijd geweest dat het woord schutterij is afgeleid van betekenis 1. De schutterij waar ik mijn trouw aan had verbonden was ethymologisch echter naadloos te linken aan betekenis 2. In mijn schutterij was de functie van dirigent teruggebracht tot aftikker en voetstamper. Dat laatste om het mogelijk te maken dat de hele club ongeveer gelijktijdig het einde van het muziekstuk, in de meeste gevallen een mars, bereikte.

Mijn schutterij was verdeeld in drie groepen. De eerste bestond uit de mannen die nooit oefenden omdat ze elke mars uit het hoofd konden en geen boodschap hadden aan het feit dat muziek normaliter met meerdere mensen wordt gemaakt, de tweede groep oefende nooit omdat ze het niet waard vonden hun kostbare tijd te geven aan een dergelijk orkest en de derde groep oefende niet. Als de dirigent aftikte, dan begon er een soort race. Groep 1 wilde laten zien dat de stof werd beheerst en dat een mars helemaal niet lang hoefde te duren. Groep 2 probeerde groep 1 tevergeefs bij te houden en groep 3 hield het instrument op schoot omdat ze wisten dat ze toch al verloren hadden. Elke dinsdag was ik als deelnemer van groep 2 de verdrietige getuige van deze repetities; maar ja, ze waren nodig om een keer per jaar een concert te geven in de Doele in Bolsward, en een paar keer op te draven voor publieke optredens op straat.

Het optreden dat voor mij de definitie van muziek voorgoed heeft veranderd begon bij de sportvelden. De tambour-maître gooide zijn stok in de lucht en we begonnen te marcheren. Er hoefde nog niet te worden gefloten, de trommelaars mochten eerst. In de Snekerstraat begonnen we aan de eerste mars, gevolgd door andermaal de trommelaars. Tijdens dit intermezzo begonnen de problemen. De afspraak was om als tweede stuk de Artilleriemars te spelen. Aan het begin van het trommelintermezzo kregen we echter het bericht door dat het toch de Huzarenmars moest worden. Iedereen moest het bericht aan degene achter zich doorgeven, maar ik merkte dat het bericht ergens halverwege bleef steken. De stok ging omhoog en op het Skilwijk begonnen ze. Ik besloot op dat moment te wisselen naar groep 3 en hield de dwarsfluit wijselijk voor me, wetend wat er stond te gebeuren. Het moment dat volgde heb ik verdrongen. De gebeurtenis was simpelweg te traumatisch. Later, op feestjes, werd het echter een succesverhaal. Vooral de opmerking van een van de muzikanten na die tijd deed het goed: 'We waren ook een beetje uit de maat.' Haha. Mijn liefde voor muziek had een gevoelige tik gekregen en ik verliet het korps. Mijn leven moest nog beginnen, en het zou zeker niet de laatste keer zijn dat ik voor schut zou staan. Het hoort er allemaal bij. Maar nooit, nee nooit meer bij de schutterij.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Geacht schoelje

Val

Bladblazer